2021 05 19 onbekend erfkwaadAls kersvers bestuurslid heb ik, Hans Morssinkhof, nog een verzuim goed te maken. Ondernemers in Geschiedenis besloot het jubileumjaar 2019 te accentueren met de uitgave van een e-zine, vol verhalen over betekenisvolle erfgoedplekken. Omdat ik in de afsluitende fase zat van een boek – ironisch genoeg over een organisatie die alles van erfgoed weet: het Gelders Genootschap – ging het aan me voorbij. Aan goede wil ontbrak het niet, aan tijd des te meer.

Zou ik alsnog zo’n verhaal zou schrijven, dan over plekken die niemand kent. Over de plaatsen waar de bezetter in mei 1943 pakweg 200 mannen na gelegenheidsrechtspraak door Polizeistandgerichte fusilleerde. Van ordentelijke rechtsgang was geen sprake, de bezetter wilde slechts zijn doodvonnissen met een waterig sausje van legitimiteit kunnen besprenkelen. Enkel om de April-meistakingen zonder enig mededogen de kop in te drukken. Er moet bloed vloeien, was de opdracht van Rauter, de hoogste SS-baas in het bezette Nederland: ‘Es darf nicht angerufen, nicht in die Luft geschossen werden. Es muss sofort scharf geschossen werden.’

Voor eeuwig verdwijnen
En Rauter ging nog verder. Van degenen die hij liet ombrengen mocht niemand weten waar. De slachtoffers moesten voor eeuwig verdwijnen. Misschien kreeg hij het nodige mee. Van Henk Blank uit Krommenie, bijvoorbeeld, de fabrieksarbeider die zich offerde om het leven van jongere collega te sparen. Of van Jan Walraven, fabrikant te Beneden-Leeuwen, die de bezetter eveneens wist te vermurwen hem dood te schieten in plaats van anderen.

4 mei 1943, 20.00 uur
Niet dat zulke verhalen de SS-chef ergens van weerhielden. De vier doodvonnissen in Limburg kwamen hem als te weinig voor, zodat zijn stromannen er nog een paar bij zochten. In Marum leidde een bescheiden vorm van protest tot de dood van vijftien mannen en een jongen van 13, Steven van der Wier. Omdat Rauter ook bloed wilde uit de fabriek waar de stakingen begonnen, de machinefabriek Stork in Hengelo, verving hij de voorzitter van het Polizeistandgericht die in ir. Frits Loep geen schuld kon vinden. Hij stelde een minder scrupuleuze vervanger aan die Loep zonder bezwaar ter dood veroordeelde.

52 ‘verdwenen’ graven
Na de bezetting konden de graven van een groot aantal slachtoffers worden teruggevonden. Maar tot de dag van vandaag, inmiddels bijna tachtig jaar later, weet niemand van 52 slachtoffers de plek waar ze in de aarde rusten. Hun nabestaanden, inmiddels derde of vierde generatie, zoeken nog steeds. Om recht te doen aan opa’s, (schoon)vaders, broers, neven. En om eindelijk de Tweede Wereldoorlog te kunnen afsluiten.

Zo zijn er plekken die niemand weet, ondanks alle speurwerk. Akkers misschien, waar de ploeg elk jaar nieuwe voren trekt. Of bomengroepen, met inmiddels hoog opgeschoten stammen, waar de bladeren ruisen in de wind. Onbekend erfgoed. Of beter: onbekend erfkwaad.

Hans Morssinkhof